Joost

Gepubliceerd op 25 juni 2025 om 19:56

(Mei it ek ris in kear yn it Hollânsk? Boekhannel Grimbergen yn Lisse foar de tredde kear in wedstriid útskreaun yn it ramt fan it boekewiketema. Dit jier wie dat ‘Je moerstaal’. No woe ik net mei in ferhaal oer of yn it Frysk oankomme, dat ik ha wat oars betocht. Sneon wie it bekendmeitsjen fan ’e útslach, mei as earste priis ‘ivige rom yn 'e bollestreek’.

No kin ik al in pear dagen de doar net mear út fanwegen alle paparazzi en hântekeningjagers foar op 'e strjitte.)

 

De man met de zuivere rede, zo noemde Joost zichzelf. En hij kon het weten. In ons Hillegoms groepje van overwegend mavogangers was hij namelijk de enige die in Haarlem op het stedelijk gymnasium zat. In zijn laatste schooljaren mocht hij het graag hebben over figuren als Aristoteles, Goethe en vooral Immanuel Kant. Wat die heren zoal te zeggen hadden wist hij heel stellig en soms simpel uit te leggen, maar of we hem altijd hebben begrepen? Desondanks lag hij goed in ons groepje. Hij toonde oprechte aandacht, was altijd in voor iets nieuws en je kon lol met hem hebben. We namen daarom ook maar op de koop toe dat hij ons vaak probeerde te corrigeren op ons Bollenstreeks dialect, waarin kunnen altijd kennen wordt en liggen leggen. In onze oren was dat trouwens helemaal geen dialect en zeker geen gebrek of tekortkoming dat zo nodig stante pede verholpen moest worden.

 

Na jaren kwam ik hem weer tegen, op het terras van wat toen nog Brasserie De Houttuin heette. Hij vertelde onder meer dat hij vrijwilliger was bij de Luisterlijn. Ik vroeg naar bijzonderheden.

‘Een paar weken geleden. Op het scherm kon ik zien dat het een telefoontje was uit Venlo, een oudere dame. Ze had een breekbare stem. Het gesprek heeft in totaal zo’n twintig minuten geduurd. En nou komt het: ik heb geen woord verstaan van wat ze zei. Geen enkel woord, nul komma nul, niente… Ze was behoorlijk over haar toeren, zoveel was wel duidelijk. Ze huilde net niet, maar het scheelde niet veel. Ik wist direkt dat ik haar niet moest vragen om begrijpbaar Nederlands te praten. Dat zou haar maar onderbreken. Had ze waarschijnlijk ook niet gekund. Was ook niet belangrijk, vond ik. Ze moest haar verhaal gewoon kwijt. In haar eigen woorden.’

Ik vroeg hoe hij in dat gesprek op haar had gereageerd, op wat ze vertelde.

‘Zoals we het geleerd hebben. Haar laten praten… Brokjes medeleven tonen... Och toch… Zooo… Tsjonge jonge… In die geest.’

‘Hoe wist je wanneer je wat kon zeggen?’

‘Nou ja, kwestie van aanvoelen, toch? Invoelen ook. Zoveel ervaring heb ik inmiddels wel. Luisteren naar de toonhoogte aan het eind van de zin… Fingerspitzengefühl, zal ik maar zeggen…’

Ik stelde vast dat het voor hem toch behoorlijk frustrerend moest zijn geweest.

‘Ja. Weet je, het was alsof ik zonder iets te zien door een doolhof liep. Op de tast zeg maar. Je moet wat zeggen, maar je weet niet wat. Je moet haar aanhoren, je wilt haar begrijpen, maar je hoort alleen maar een wanhopige stem zonder onderliggende betekenis… daar moest ik het mee doen…’

‘Heeft het haar geholpen, denk je?’, vroeg ik. ‘Die twintig minuten dat ze met jou heeft gesproken?’

‘O ja, ik dacht het wel. Zeker weten. Aan het eind gekomen sprak ze wat rustiger, ze ademde een beetje langzamer. Duidelijk minder overstuur.’

Ik zei dat ik benieuwd was hoe hij het gesprek had beëindigd.

‘Toen ze langzamerhand wat kalmer sprak, viel er een kleine pauze. Ik vroeg op dat moment of ze alles nu wel verteld had. Of dat ze er nog wat aan toe wou voegen. “Wat denkt U,” vroeg ik toen, “kunnen we hiermee het gesprek beëindigen?” Toen zei ze zoiets als ‘joaaa’. Dat is misschien het enige wat ik mogelijkerwijs heb begrepen. Maar ik heb nu nog steeds geen flauw benul waar ze het al die tijd over heeft gehad.’

‘Daar zit je nog altijd mee?’

‘Ja…, of eigenlijk ook weer niet, op’t ogenblik. Ik heb mijn rol gespeeld, ze kon haar verhaal kwijt. Daar zit hemel en aarde aan vast, hoor.’

Ik kon het niet laten. ‘Wat vind je zelf Joost, over hoe jij je rol heb kenne spele?’

‘Ehhh, eigenlijk ben ik er wel groots op. Best zat. Ik had het geloof ik niet beter kunnen doen. Ik had het ook niet anders kenne doen.’

Had hij mij door? Daarna had hij het over een Copernicaanse revolutie en hoe je geest volgens hem telkens weer principes aan eigen ervaringen oplegt. Ik begreep er geen moer van, alhoewel het mij vaag bekend voor kwam. Maar nog steeds best een goeie gozer, die Joost.

 

Lomme

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.